Europese techsector eist ‘Koop Europees’ in strijd om digitale autonomie

Een brede coalitie van Europese technologiebedrijven en brancheorganisaties heeft een dringend verzoek neergelegd bij de Europese Commissie om de afhankelijkheid van buitenlandse techgiganten terug te dringen. Ze pleiten voor een herziening van het beleid, onder meer door overheidsopdrachten expliciet open te stellen voor lokale leveranciers en te investeren in Europese digitale infrastructuur. Volgens de initiatiefnemers is Europa nu te veel aangewezen op buitenlandse clouddiensten, software en chips, wat risico’s oplevert voor innovatie, veiligheid en economische groei.

Critici zijn echter bang dat deze zogeheten ‘Koop Europees’-aanpak de vrije marktwerking verstoort en internationale handelsrelaties op scherp zet.

Debat over Europese Autonomie

Op het spel staat niet alleen de continuïteit van Europese technologie, maar ook de keuzevrijheid van bedrijven en overheden. De roep om ‘Koop Europees’ roept spanningen op, want die kan de vrije markt ondergraven als overheidsinstanties met voorkeur Europese IT-oplossingen inkopen. Tegelijkertijd zien velen dit als een noodzakelijke stap om de eigen techsector te stimuleren en kwetsbaarheden te verminderen. Zij vrezen dat Europa anders achteropraakt, zeker nu de wereldpolitiek grilliger wordt en de afhankelijkheid van niet-Europese clouddiensten en hardware groeit.

Tegelijk scherpt de discussie over open source versus gesloten technologie de standpunten verder aan. Verschillende bedrijven benadrukken dat open en interoperabele oplossingen leiden tot meer innovatie en minder lock-in bij grote buitenlandse aanbieders. Aan de andere kant vragen tegenstanders zich af of publiek-private samenwerkingen met internationale marktleiders niet veel praktischer zijn om snel schaalgrootte en expertise te garanderen. Zo wordt de Europese ambitie om een eigen infrastructuur (“Euro Stack”) en AI-modellen te bouwen, gezien als duur en ongecoördineerd. Toch staat voor veel voorstanders de digitale soevereiniteit voorop, ook als dat een minder soepele marktwerking betekent.

De kern van ‘Koop Europees’

Centraal in deze controverse staat de vraag of de Europese Commissie het publieke inkoopbeleid moet veranderen, zodat overheidsopdrachten verplicht naar Europese techspelers gaan. Volgens voorstanders is dit de snelste manier om een duurzame, lokaal verankerde sector op te bouwen en miljarden euro’s in eigen continent te houden. Critici zien echter een risico op protectionisme, wat andere landen kan aanzetten tot vergeldingsmaatregelen. Bovendien noemen zij ramingen die stellen dat een ‘Euro Stack’-aanpak astronomische investeringen vereist die de belastingbetaler zal voelen. Voorstanders beklemtonen daarentegen dat indrukwekkende bedragen al naar buitenlandse partijen vloeien, terwijl eigen innovatie achterwege blijft.

Conclusie

De roep om ‘Koop Europees’ werpt een fundamentele vraag op over de toekomst van Europa als digitale speler. Enerzijds speelt vrees voor buitenlands misbruik of politieke druk een grote rol, anderzijds is er zorg over de economische gevolgen van een verkrampte, naar binnen gerichte markt. De coalitie van Europese techpartijen wijst op bestaande capaciteiten – zoals sterke open source-gemeenschappen en innovatieve start-ups – maar benadrukt dat vraagstimulering en investeringen nodig zijn om te concurreren.

Of de Europese Commissie daadwerkelijk gehoor geeft aan deze oproep, moet nog blijken. Duidelijk is wel dat het debat over digitale soevereiniteit de komende jaren een speerpunt blijft in het centrum van de Europese beleidsagenda.

Meer van de auteur

Europees Alternatief voor Google Workspace en Microsoft 365